Matinee 23 november: romantisch en dromerig
Het najaarsconcert van Toonkunstkoor Hilversum bevat dit jaar de 'Bavarian Highlands’ van Edward Elgar en 'Dream Pictures' van zijn Amerikaanse tijdgenoot George Whiting. De muzikale reis voert via droomlandschappen van Whiting naar de Beierse Alpen met Elgars kleurrijke en romantische suite. Het concert vindt plaats op zondagmiddag 23 november om 15 uur in de Morgensterkerk aan de Seinstraat 2 te Hilversum.
Solisten bij het concert zijn de sopraan Amber Breunis, de bas Yonathan van den Brink, en de instrumentale begeleiding is in handen van Jeroen Koopman op piano en orgel. Dirigent Nico Philipp Hovius heeft de totale leiding van het concert.
Toegangskaarten zijn te verkrijgen via de website.
De toegangsprijs is € 20,- en jongeren tot 18 jaar betalen €15,-. Een programmaboekje en koffie of thee in de pauze zijn bij de prijs inbegrepen.
= = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = = =
De romantische cantate Dream Pictures, Opus 19 van de Amerikaan George Elbridge Whiting werd voor het eerst uitgevoerd in 1876 tijdens een concert van de Foster Club in Boston, waar Whiting organist was. De compositie is gebaseerd op een poëtische tekst van Carl Nielsen en zit vol dromerige scènes, waarin een jonge vrouw haar verlangens, vreugde en angsten beleeft in een reeks muzikale droombeelden. De sfeer is lyrisch, verhalend en impressionistisch – een intieme reis door haar innerlijke wereld. Whiting richtte op zijn vijftiende al de Beethoven Society op en studeerde later compositie en harmonie in Engeland en Duitsland. Terug in Amerika was hij niet alleen verdienstelijk als componist maar ook als organist en koordirigent.
In 1894 bracht de Britse componist Edward Elgar (1857-1934) samen met zijn vrouw Alice de herfstvakantie door in Beieren. Die vakantie beviel hen zo goed dat hij de indrukken en de ervaringen met de streekmuziek aldaar verwerkte in de compositie From the Bavarian Highlands.
Het werk bestaat uit zes koorliederen, waarvan de teksten door zijn vrouw Alice zijn verrijkt met woorden uit de volksliederen en de jodelgezangen die ze in Beieren hadden gehoord. Ieder lied kreeg ook een subtitel mee van plekken die ze tijdens hun vakantie bezocht hadden.
Het werk werd opgedragen aan het echtpaar Slingsby-Bethell, de eigenaren van het pension waar ze verbleven, als dank voor de gastvrijheid die ze daar mochten beleven. De première vond plaats in 1896, onder leiding van Elgar zelf.